Het project van de Centrale Bank zal geld van banken gebruiken om de technologiesector te financieren. In 2019 bedroeg de omzet R$ 1.400.274,4 miljoen.
De Centrale Bank eist een eigen fonds, terwijl het ministerie van Economische Zaken strijdt tegen het schrappen van 248 overheidsfondsen in een poging om zogenaamd "geoormerkt geld" uit de begroting te schrappen. Een wetsvoorstel voor de autonomie van de Centrale Bank, dat momenteel in behandeling is in de Kamer van Afgevaardigden, bevatte een artikel dat voorziet in de oprichting van een fonds om de "investeringen en strategische projecten" van het agentschap te subsidiëren.
De financiering van het project komt uit bedragen die banken aan de Centrale Bank betalen voor gebruik in technologische systemen. Alleen al in 2019 bedroeg de omzet R$ 1.400.274,4 miljoen. Er is nog geen schatting van het bedrag dat daadwerkelijk aan het fonds zal worden toegewezen.
Het aanvullende wetsvoorstel nr. 112, betreffende de autonomie van de Centrale Bank, dat vorig jaar door de regering van Jair Bolsonaro naar het Congres werd gestuurd, werd opgenomen in een ander voorstel dat al sinds 1989 in de Kamer lag, nr. 200, om de verwerking ervan te vergemakkelijken.
Een vaste termijn van vier jaar voor de president van de Centrale Bank en de acht directeuren van het agentschap was een van de belangrijkste punten in de tekst. Federaal Vertegenwoordiger Celso Maldaner (MDB-SC) was de rapporteur voor deze kwestie. In zijn rapport stelt Celso het Nationaal Fonds voor de Ontwikkeling van het Financiële Systeem in, een verantwoordelijkheid van de Centrale Bank. Het voorstel van de regering, ingediend in 2019, voorzag niet in een dergelijk fonds.
Volgens een onderzoek van de krant O Estado de S. Paulo en Broadcast (het realtime nieuwssysteem van Grupo Estado) was de opname van het artikel een verzoek van de Centrale Bank zelf.
Het is de bedoeling om het geld te reserveren voor met name technologische projecten, een van de prioriteiten van de huidige president van de bank, Roberto Campos Neto.
Het artikel bepaalt dat de Centrale Bank de middelen zal beheren in overeenstemming met de door de Centrale Bank zelf uit te vaardigen regelgeving, gebaseerd op de richtlijnen van de Nationale Monetaire Raad (CMN). Er is nog geen zekerheid over hoe de middelen zullen worden gebruikt of hoeveel het fonds tot zijn beschikking zal hebben. Volgens de Centrale Bank zullen de door de Nationale Monetaire Raad uit te vaardigen regelgevingen bepalen welk percentage van de jaarlijkse betalingen door banken aan het fonds zal worden besteed.
Het voorstel houdt in dat de Centrale Bank uitsluitend aan de CMN verslag uitbrengt over het gebruik van de middelen. De CMN bestaat uit de president van de Centrale Bank, de minister van Economie en de speciale secretaris van Financiën van het ministerie van Economie.
De oprichting van het fonds staat haaks op het voorstel tot wijziging van de grondwet, nr. 187, dat vorig jaar in de Senaat in behandeling is genomen en dat wordt gesteund door het Ministerie van Economie. Dit voorstel voorziet in de opheffing van alle 248 infraconstitutionele fondsen (die niet in de grondwet zijn voorzien), die samen ongeveer R$$ 220 miljard aan middelen omvatten.